We werken met vier pijlers, we delen het onderwijs op in drie trajecten, er zijn twee uitstroomrichtingen en er is per leerling één plan.
Onze vier grote pijlers zijn: wonen, werken, vrije tijdsbesteding en burgerschap.
We werken aan theoretische vakken en praktijkvakken. We stellen per leerling realistische doelen, maar dagen ze wel uit. De leerlingen werken op hun eigen niveau, waarbij wat ze al kunnen het startpunt is voor verdere ontwikkeling. Wij vinden het belangrijk dat een leerling leert waar hij of zij goed in is en plezier in heeft. We werken opbrengstgericht door het vooraf stellen van doelen en we monitoren de ontwikkeling die de leerling doormaakt.
We tellen door na de basisschool. Onze leerlingen starten dus in leerjaar 9.
Er zijn drie trajecten:
· Oriëntatie traject – leerjaar 9 en 10, waarbij leerlingen zich breed oriënteren op hun mogelijkheden en interesses.
· Arbeidsvoorbereidend traject – leerjaar 11 en 12, waarbij leerlingen veel oefenen in vaardigheden die te maken hebben met de praktijk. Sectorvakken en stages krijgen een steeds grotere plaats in ons onderwijs.
· Transitie traject – leerjaar 13-14, waarbij leerlingen veel stages lopen bij bedrijven, beschutte arbeid of dagbestedingsplekken, waar zij mogelijk naar gaan uitstromen.
Leerlingen kunnen binnen de huidige trajecten ook behoefte hebben aan intensievere begeleiding of extra ondersteuning. Dit noemen we onderwijs zorg arrangementen.
Als een leerling op Stip komt, stellen we een ontwikkelingsperspectief (OPP) vast en geven een uitstroombestemming aan. Er zijn twee uitstroombestemmingen: uitstromen naar dagbesteding of uitstromen naar arbeid. Als blijkt dat een andere uitstroombestemming beter is, passen we dat in overleg aan. Op basis van de onderwijsbehoefte in combinatie met de ondersteuningsbehoefte delen we leerlingen in een groep in.